Artesië, twistappel tussen Franse koning en Vlaamse graaf
De streek rond Atrecht (Frans: Arras) had in het noorden met het graafschap Vlaanderen een machtige buur die de geschiedenis van Artesië sterk heeft beïnvloed.
Al in 932 werd de streek veroverd door graaf Arnulf I van Vlaanderen en bij Vlaanderen ingelijfd, tot 1191 toen graaf Boudewijn de Moedige de rechten op Atrecht, Lens en St-Omaars afstond aan de Franse koning (om, in ruil, erkend te worden als opvolger van de overleden graaf Filips van de Elzas). Een lang verhaal waarin Filips II August, koning der Franken, koning van Frankrijk centraal staat.
Na de Slag bij Bouvines en het Verdrag van Parijs (1214) behoort de regio rond Atrecht toe aan de Franse koning, in 1223 wordt het een deel van het Franse kroondomein. In 1226 verdwijnt het weer uit het kroondomein, als koning Lodewijk VIII het bij testament nalaat aan zijn tweede zoon Robert als apanage. In 1237 wordt het omgevormd tot het graafschap Artesië met Robert (sindsdien Robert I van Artesië) als graaf.
Door een reeks van huwelijken en erfenissen kwam Artesië in 1382 echter terug toe aan Lodewijk van Male, graaf van Vlaanderen. Vanaf dat moment deelt Artesië de geschiedenis van de Nederlanden, zowel in de Bourgondische als de Spaanse periode, als één van de Zeventien Provinciën.
In 1526 ontsloeg de Franse koning de graaf (dan keizer Karel V) van de verplichting tot leenhulde voor Artesië en Vlaanderen. Artesië werd omgevormd tot een provincie van de Habsburgse Nederlanden en kreeg nieuwe structuren zoals de Staten van Artesië, de Raad van Artesië en een nieuw belastingsysteem.
Artesië speelde een belangrijke rol in de Tachtigjarige Oorlog: samen met Henegouwen nam Artesië het initiatief tot de zuidelijke Unie van Atrecht (6 januari 1579, wens om bij het Spaanse rijk te blijven) hoewel de Vlaamse en Brabantse steden de kant van de noordelijke Unie van Utrecht (23 januari 1579, wens naar onafhankelijkheid van de Spaanse koning).
Artesië bleef tijdens de Tachtigjarige Oorlog (strijd tussen de Habsburgers en de Orangisten, soms met de Fransen in steun; 1568–1648) lang in Spaanse handen maar werd aan het eind door de Fransen veroverd op het Leger van Vlaanderen (de “Spanjaarden”), die hierbij weinig weerstand ondervonden vanwege de anti-Spaanse sympathieën in de provincie.
Bij de Vrede van de Pyreneeën (bestand tussen koning van Spanje en koning van Frankrijk om een einde te maken aan de conflicten die voortvloeiden uit de Dertigjarige Oorlog; 1618–1648) in 1659 werd Artesië definitief aan Frankrijk toegewezen. De provinciale structuren uit de Habsburgse tijd bleven behouden en werden bevestigd door Lodewijk XIV, wat Artesië een relatief gunstige situatie binnen het Franse koninkrijk opleverde.
De provincie Artesië werd aan het einde van de 18e eeuw opgeheven bij de administratieve hervormingen ten tijde van de Franse Revolutie en ging op in het departement Pas-de-Calais.