Het charmante versterkte stadje Kassel ligt in de Franse Westhoek (Frans-Vlaanderen), op het hoogste punt van de Westhoek: de 176 meter hoge Kasselberg.
Kassel werd in 2018 door het Franse publiek verkozen tot het mooiste dorp van Frankrijk, het heeft alleszins voldoende te bieden voor een daguitstap.
Gezellige steegjes, smalle straten, unieke estaminets en een fenomenaal uitzicht, bij helder weer kan je tientallen kilometers ver kijken, tot aan de zee toe.
Op de top van de Kasselberg ligt de Belvedere, een uitzichtpunt met park. Het is het voormalig kasteelterras; hier stond tot 1788 ook de Sint-Pieterskerk, waarvan resten van de crypte nog aanwezig zijn. Spectaculair zijn de uitgaande Romeinse heerbanen die men van hieruit kan aanschouwen en die in alle richtingen uitwaaieren.
Op deze hoogte ligt een park met daarin de Casteelmeulen en een monument dat de drie veldslagen bij Kassel herdenkt: Het Monument commémoratif des trois batailles de Cassel. Verder vindt men hier een ruiterstandbeeld van 1928 ter herdenking van Maarschalk Foch.
Geschiedenis
De heuveltop werd al bewoond door de Kelten. In de eerste eeuw voor Christus werden de Galliërs (Menapiërs) er onderworpen door de Romeinen die hier een Castellum bouwden: Castellum Menapiorum (later verbasterd tot Kassel) werd het bestuurscentrum en zo een van de belangrijkste handelspunten in Noord-Gallië tijdens de Romeinse overheersing.
Van op de heuveltop gezien is de Romeinse invloed op gebied van wegen nog duidelijk te merken. In en rond Kassel verzamelen zich talloze heirbanen, Kassel zelf was namelijk het vertrekpunt van de 7 voornaamste heirbanen – waaronder diegene die leiden naar het huidige Arras, Boulogne, Aire-Sur-La-Lys en Dunkerque.
In de tiende eeuw werd Cassel door de Noormannen verwoest.
In de middeleeuwen werd Kassel de hoofdplaats van een kasselrij van het graafschap Vlaanderen.
Er woedde minstens drie keer een ‘Slag bij Kassel’.
Op 22 februari 1071 versloeg Robrecht de Fries (broer van graaf Boudewijn VI) er zijn neef Arnulf III (de oudste zoon van de overleden graaf Boudewijn VI) alhoewel laatstgenoemde militaire ondersteuning kreeg van koning Filips I van Frankrijk (de leenheer van Vlaanderen) en werd zo de nieuwe graaf van Vlaanderen, wat ook de naar Montreuil gevluchte koning van Frankrijk moest erkennen. Om dit te herdenken liet de graaf een kerk bouwen op het Terrasse du Château en hij werd in die kerk -die tijdens de Franse revolutie vernield werd- begraven.
In 1328 woedde in de Vlaamse kuststreek een een sociale en antiklerikale revolte. Een opstand van vrije boeren, kleine eigenaars, pachters en landarbeiders tegen de adel, het ridderschap, de grote abdijen en al wie eindeloze tienden en lasten oplegde. Op 23 augustus 1328 werd die opstand te Kassel in bloed gesmoord. Volgens de opgemaakte inventaris zouden er 3.185 mannen gevallen zijn en slechts 676 vluchtelingen overgebleven.
Nicolaas Zannekin was de leider van de opstandelingen uit het Brugse Vrij, Veurne-Ambacht, Bergen-Ambacht, Broekburg, Cassel en Belle. De koning van Frankrijk, Philips van Valois, viel de opstandelingen langs het zuiden aan terwijl de graaf van Vlaanderen (Lodewijk van Nevers) met de Gentenaren langs het oosten oprukte zodat de Bruggelingen gedwongen waren hun stad te beschermen en niet konden mee strijden. Ook graaf Willem van Henegouwen kwam de Franse koning ter hulp.
Kassel werd door de Franse troepen geplunderd waarbij het kasteel, op de kerk na, met de grond gelijk werd gemaakt. Er zijn nog enkele overblijfselen van een middeleeuws kasteel te bewonderen.
Op 10 april 1677 versloeg de Franse koning Lodewijk XIV hier de troepen van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. De Slag aan de Peene kadert in “De Hollandse Oorlog (1672-1679)”: Frankrijk (Lodewijk XIV) wilde beter te verdedigen grenzen (in zijn conflict met de Habsburgers) en viel daarom de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (Willem III van Oranje) binnen.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog had Generaal Foch er tijdelijk zijn hoofdkwartier.
In mei 1940 werd hier hard gevochten door de Britten om hun ingesloten leger bij Duinkerken tijd te geven om naar Engeland te ontsnappen. Daarbij verloren meer dan honderd Engelsen het leven en werd het stadhuis compleet verwoest.
Bezienswaardigheden
Marktplein met huizen uit de 17e en 18e eeuw
16e-eeuwse Landshuys (Noble Courherenhuis, Muséée de Flandre))
Notre-Dame kerk in Vlaams-gotische stijl. De kerk werd gebouwd rond de 10e eeuw, achtmaal tot puin herleid en telkens weer heropgebouwd.
De voormalige Jezuïetenkerk (barok – 17e eeuw)
De Ariënpoort (Porte d’Aire)
Musée de Flandre
Cassel – Stadswandeling 3.6 km vlak
Familale wandeling, vlak parcours, voor wie van geschiedenis en patrimonium houdt.
Onderweg zijn er verschillende estaminets om de sfeer van Frans-Vlaanderen te proeven. Zeker de Rue des Remparts (vooral het smalle steegje op het einde) is de moeite waard, vooral in juni – augustus wanneer de talrijke rozenvariëteiten bloeien.
Collectie van 6.000 stukken uit meerdere eeuwen geschiedenis en Vlaamse cultuur overspannen, van alledaagse objecten tot het werk van grote namen in de kunst van de regio.
Ommeganck in Antwerpen is één van de pronkstukken uit de vaste collectie.
Leuk weetje: het papier-maché hoofd van de reus Antigoon uit de stoet kan in het MAS nog bewonderd worden; de Onze-Lieve-Vrouwebroederskerk (de kloosterkerk van de geschoeide Karmelieten) is verdwenen, gesloopt in 1798.
De Porte d’Aire is één der vier stadspoorten die deel uitmaakten van de middeleeuwse stadsmuur.
Casteelmeulen
Op de top van de Kasselberg stond ooit 24 windmolens. De laatste
molen vatte vlam op 30 oktober 1911, wat tot ver in de omtrek te zien was.
In 1947 werd de molen Ruytoor, een 18e eeuwse standerdmolen, te Arneke aangekocht om op 14 juli 1949 te Kassel opengesteld te worden voor het publiek.
De molen beschikt over twee verschillende inrichtingen: hij fungeert als korenmolen, welke biologische bloem vervaardigt. Een elektrische inrichting fungeert als oliemolen, voor de productie van zowel koolzaadolie als lijnolie.
Ferdinand Foch was een maarschalk van Frankrijk, befaamd als
geallieerd opperbevelhebber op het einde van de Eerste Wereldoorlog.
Foch werd in 1914 adjunct-opperbevelhebber voor de noordelijke legergroep. In die functie coördineerde hij de Franse, Britse en Belgische legers in de zogenaamde “race naar de zee” (het steeds verder verleggen van het front naar het noorden). Hij ondersteunde de Belgen in de Slag aan de IJzer en speelde een beslissende rol in de Eerste Slag om Ieper.
Hij voerde de Franse legers aan in de offensieven in Artesië
(1915) en de Somme (1916), waar hij telkens zowat 200.000 man verloor, zonder
succes te boeken. In december 1916 werd hij van zijn commando ontheven.
Generaal Pétain benoemde Foch in 1917 tot chef van de generale
staf. Nochtans mochten Pétain en Foch elkaar niet.
Foch was een aanhanger van de offensieve strategie van het Franse
opperbevel, l’attaque à outrance. Pétain wou de troepen niet nutteloos
opofferen, hij stelde van bij het begin dat de oorlog geen beslissende
veldslagen zou kennen en dat de overwinning zou komen van de kant die het minst
uitgeput zou zijn. ‘De enige doelstelling die we kunnen zoeken, is zoveel
mogelijk Duitsers te doden terwijl we zelf een minimum aan verliezen lijden.’ Zo wist hij in de zware strijd rond Verdun
stand te houden door voor alles de nadruk te leggen op bevoorrading en
logistiek.; hij hield het moreel hoog door de troepen zeer snel en regelmatig
af te lossen, zodat ze niet te lang aan de ‘hel van Verdun’ waren blootgesteld.
De voortdurende aanvoer van nieuwe troepen gaf de Duitsers de indruk dat de
Franse verliezen veel groter waren dan in werkelijkheid het geval was. Dit leverde
hem de naam ‘overwinnaar van Verdun’ op. Zijn uitspraken “Ils ne passeront pas”
en “Courage! On les aura” raakten algemeen bekend.
In 1918 mocht Foch zich generalissimus van de geallieerde legers
aan het westelijk front noemen: in maart werd hem de coördinatie van de
geallieerde bevelvoering toevertrouwd, in april kreeg hij bovendien de
strategische leiding van de operaties en ook de tactische bevelleiding, in mei
kreeg hij ook het gezag over het Italiaanse front.
Tijdens de Tweede slag bij de Marne, het laatste grote Duitse
offensief van de oorlog, wist Foch in juli 1918 een tegenoffensief te beginnen
bij Soissons, waarbij de Duitsers een gevoelige nederlaag opliepen. De zege was
voor een groot deelte danken aan een door Pétain ontwikkelde tactiek. Die
overwinning wordt beschouwd als het definitieve keerpunt in de oorlog in het
voordeel van de Geallieerden.
Op 6 augustus 1918 kreeg Foch de maarschalkstaf.
Onder leiding van Foch begon op 28 september een groot geallieerd
offensief dat leidde tot een Duitse terugtocht. Pétain had een plan uitgewerkt
voor een groot offensief tegen Duitsland dat op 15 november 1918 moest
beginnen. Dat offensief vond echter niet plaats omdat Foch op 11 november de
wapenstilstand sloot die een einde aan de strijd maakte. Het was Foch zelf die
de Duitse delegatie de wapenstilstandsvoorwaarden overhandigde in zijn
treinwagon in Compiègne.
Foch bleef geallieerd opperbevelhebber tijdens de
wapenstilstandsperiode, waarbij de geallieerde legers de hele linkeroever van
de Rijn en enkele steden op de Rijn bezetten. Hij leidde ook de besprekingen
over de verlengingen van de wapenstilstand.
De maarschalk drong er bij de Franse regering op aan om bij de
vredesonderhandelingen, die begin 1919 in Parijs van start gingen, harde eisen
te stellen. Hij wilde dat het Rijnland politiek losgemaakt werd van Duitsland
om onder Franse militaire controle als een bufferstaat te fungeren. Alleen zo,
waarschuwde hij, kon een Duitse agressie in de toekomst worden vermeden. Foch
meende dat de inwoners van het Rijnland die status zouden aanvaarden en hij
stond gunstig tegenover de poging om een Rijnlandse republiek uit te roepen,
maar de eis vond geen gehoor bij de Britse en Amerikaanse regeringen.
Foch uitte op de vredesconferentie dan ook kritiek op de
voorwaarden van het Verdrag van Versailles, hoewel hij als militair niet geacht
werd politieke standpunten in te nemen. “Dit is geen vrede, het is een
bestand voor twintig jaar”, zou hij later profetisch zeggen.
Ferdinand Foch is de meest gelauwerde generaal van de Eerste
Wereldoorlog. Behalve maarschalk van Frankrijk was hij ook Brits
veldmaarschalk, maarschalk van Italië en maarschalk van Polen. Hij ontving de
hoogste onderscheidingen van vrijwel alle geallieerde landen. Hij werd begraven
in de Dôme des Invalides, naast andere beroemde maarschalken van Frankrijk.
Er zijn heel wat standbeelden en bustes van hem gemaakt, waaronder
ruiterstandbeelden in Parijs, Londen, zijn geboortestad Tarbes en Kassel in
Frans-Vlaanderen, waar hij in de herfst van 1914 zijn hoofdkwartier had.
Vrijwel elke belangrijke stad in Frankrijk heeft een straat, laan of plein naar maarschalk Foch genoemd, net als onder meer Beiroet, Brussel, Melbourne, Montreal, New Orleans, Quito, Singapore en enkele Poolse steden. De Belgische stad Leuven had ook een Maarschalk Fochplein maar veranderde die naam in 2012 in Rector De Somerplein. De naam van Foch is ook gegeven aan een stad in Zuid-Afrika (Fochville), een berg in Canada en een eiland van de Kerguelen-archipel.
Radio Uylenspiegel
Radio Uylenspiegel is een tweetalig radiostation dat de Vlaamse cultuur wil promoten. Het begin in 1978 als piratenzender met twee accu’s en een antenne, om het bereik zo groot mogelijk te houden werd de installatie op de Kasselberg opgesteld. In de jaren tachtig kreeg Radio Uylenspiegel een zendmachtiging. De zendmast staat nog op de berg en is ook gewoon gebruikt. De radiozender is te ontvangen op 91.8 FM, leuk om op te zetten in de auto als je naar Cassel rijdt.
Tuinen van de Mont des Récollets (Wouwenberg)
Route de Steenvoorde 1936, Cassel
De typische Vlaamse tuin door de eeuwen heen, aangelegd op basis van historische bronnen (documenten en schilderijen). Onder meer Brueghel tuin, renaissance tuin, klassieke tuin, eigentijdse tuin.
Bezoekerscentrum rond de Slag bij Kassel (1677) -ook ‘Slag aan de Peene’ genoemd omdat de veldslag plaats vond bij de Peenebeek.
Maquette van 12m² met de posities uit 1677 (3de slag bij Cassel)
van Willem van Oranje en zijn troepen enerzijds en de troepen van Louis XIV
anderzijds.
Audiovisuele show rond de maquette: een heel realistische
voorstelling van de geschiedenis van Europa en van het verloop van de veldslag
en de gevolgen ervan. Er is een Nederlandse versie van de film.
Verschillende zalen rond het dagelijkse leven in het 18e-eeuwse
Vlaanderen: de ambachten, de sociale verenigingen, de streekverhalen, de
huis-aan-huis-verkoper, de remedies en de geneeskunde, het bijgeloof.
De Slag aan de Peene kadert in “De Hollandse Oorlog (1672-1679)”: Frankrijk
(Lodewijk XIV) wilde beter te verdedigen grenzen (in zijn conflict met de
Habsburgers) en viel daarom de Republiek
der Zeven Verenigde Nederlanden (Willem III van Oranje) binnen, vanaf 1673 paste
hij de tactiek van de verschroeide aarde toe.
Voor de Republiek was dit een ramp: de kosten van de militaire
verrichtingen waren één van de oorzaken van het einde van de Gouden Eeuw.
Uiteindelijk resulteerde de hele operatie in de Vrede van Nijmegen waarbij een gedeelte van Vlaanderen en Henegouwen bij Frankrijk werd gevoegd: de definitieve splitsing tussen het huidige Vlaanderen en Frans-Vlaanderen.
Lodewijk XIV beloofde aan de steden die capituleerden het behoud van hun privileges maar zadelde ze wel op met een alomtegenwoordige administratie van de nieuwe Franse provincie Vlaanderen. Hij liet versterkingen aanleggen, bijvoorbeeld in Ieper (fortificaties van Vauban).
Frankrijk boekte gebieds- en prestigewinst, maar tegelijk geopolitiek verlies. Er ontstond namelijk een Engels-Nederlands blok dat tijdens de Negenjarige Oorlog (1688-1697) en de Spaanse Successieoorlog (1701-1714) zeer succesvol tegen Frankrijk zou blijken.
Het bezoek kan voortgezet worden met een ontdekkingstocht in het
dorp Noordpeene of met een tocht langs het ‘Circuit de la Bataille’ tussen
Zuidpene en Noordpene.