Kemmelberg: waardevolle getuigenheuvel
De Kemmelberg is een heuvel bij het dorp Kemmel in de Belgische provincie West-Vlaanderen, onderdeel van de centrale heuvelkam in het Heuvelland en met zijn 156 meter het hoogste punt van de provincie.
Getuigenheuvel
Het is een van de getuigenheuvels van het West-Vlaams Heuvelland, zoals Rodeberg, Zwarteberg, Scherpenberg, en Katsberg. Op de flank ontspringt de Kemmelbeek.
Een getuigenheuvel is wat nu nog overblijft van de zandbanken die ontstonden door de Diestiaanzee (de voorvader van de Noordzee). Ze zijn te vinden in het Hageland (Diest!), de Vlaamse Ardennen en Heuvelland.
Die Diestiaanzee overspoelde het noorden van België regelmatig tijdens het Tertiair (70 tot 3 miljoen jaar geleden). De getijdenstromingen zorgden voor afzettingen van enorme zandbanken: afwisselend klei- en zandlagen met bovenop een laag glauconiethoudend zand.
Bij regelmatige blootstelling aan lucht is het glauconiet verweerd en het zand aan elkaar geroest, waardoor dus een sterke laag ijzerzandsteen (ook wel Diestiaan genoemd) is ontstaan.
Toen, gedurende de voorbije vijf miljoen jaar, de bodem langzaam werd omhoog geduwd (continentale collisie van Afrikaanse en Europese platen, Alpiene orogenese), heeft de Diestiaanzee zich teruggetrokken.
Wind en regen hebben de zachtere zandlagen die niet beschermd werden door de ijzerzandsteen weggespoeld. Hierdoor ontstond een heuvelachtig landschap.
Door de sterke lithologische verscheidenheid van zand- en kleilagen in een uitgesproken topografie wordt het gebied gekenmerkt door het voorkomen van bronnen, kwel- en stuwwatergronden.
De combinatie van de bodem (arme zure zandleem met ijzerzandsteen) en de nabijheid van de Noordzee die zorgt voor zachte winters, maakt Heuvelland zeer geschikt voor wijnbouw.
De heuvelrij van deze Vlaamse Heuvels vormt tevens de waterscheidingslijn: ten zuiden van deze heuvelkam bevindt zich het stroomgebied van de Leie, ten noorden het stroomgebied van de IJzer. Het kanaal dat beide stroomgebieden zou verbinden, is er nooit gekomen.
Kemmelberg: beschermd als landschap.
Natuurwetenschappelijke waarde
De grote abiotische variatie vertaalt zich in een grote biologische rijkdom. De flora en vegetatie worden gekenmerkt door een uitgesproken soortenrijkdom van oud bos-indicatoren en autochtone bomen en struiken, welke uniek zijn op West-Vlaams niveau en van belang op Vlaams niveau.
Daarnaast kent het gebied een grote variatie aan bostypes gaande van bronbos over beekbegeleidend bos, essen-olmenbos, ruigtekruiden-elzen-essenbos over hellingbos tot plateaubos. Ter hoogte van de in het gebied voorkomende bronniveaus treft men waardevolle moeras- en graslandvegetaties aan.
De aanwezigheid van grote en kleine bodemsamenstelling en de rijkdom aan kleine extra schuil- en voedselgelegenheden voor tal van vogels, vlinders en kleine zoogdieren.
De herkenbare relatie tussen de fysische, historische en structuur in het landschap heeft tevens een belangrijke natuurlijke informatieve wetenschappelijke waarde.
Historische waarde
Deze wordt voornamelijk bepaald door de zeer oude ontginnings- en bewoningsgeschiedenis van het gebied welke teruggaat tot de vroege steentijd, met een vrij uitgestrekte bewoning in de jonge steentijd en een hoogtepunt in de late ijzertijd met de bouw van een heuvelfort op de Kemmelberg als residentie van Keltische aristocratische heersers.
Talrijke sporen en artefacten wijzen op de intensiteit en de hoge maatschappelijke status van deze Keltische bewoning, welke zowel op Vlaams als op Europees niveau uitzonderlijk zijn. Maar de nalatenschap van de Kelten wordt zelden geëerd: de Kelten leefden verspreid over heel Europa, ze passen in geen enkele chauvinistische of nationalistische discours en worden dus vergeten.
Deze unieke, waardevolle archeologische site werd in de eerste wereldoorlog bovendien totaal kapotgeschoten zodat enkel minieme resten van artefacten (zoals stukjes van uit Griekenland geïmporteerde beschilderde Atheense vazen en Etruskische resten) overbleven.
Om de historische aanwezigheid van de Kelten toch tastbaar te maken werd in 2021 een (tijdelijke) land art installatie ‘Les Ancètres’ opgericht, juist ten noorden van De Kleine Mote. Jean Louis Muller vlocht er met wilgentenen metershoge voorstellingen van vuurstenen werktuigen, menhirs en as-pinnen.
De aanleg van de heerbanen Boulogne – Keulen en Kassel – Doornik, respectievelijk ten noorden en ten zuiden van de Kemmelberg in de Romeinse tijd, evenals de aangetroffen Gallo-Romeinse sporen laten een permanente bewoning in het gebied vermoeden.
In het gebied komen een aantal oorlogsrelicten van 1914 -1918 voor, zoals demarcatiepalen, militaire kerkhoven en oorlogsgedenktekens, welke herinneren aan de slag om Kemmel, april 1918.
Het gebied kent tevens een grote cultuurhistorische waarde door het voorkomen van relicten van historisch grondgebruik, in bijzonder de relicten van historische bebossing, hagen en houtkanten, en beek- en bronbegeleidende graslanden.
Esthetische waarde
Het heuvelachtig landschap gedomineerd door de beboste top van de Kemmelberg geeft het gebied een uitzonderlijke esthetische waarde en hoge belevingswaarde door de veelheid aan panoramische zichten enerzijds en de grote verscheidenheid en afwisseling aan open en gesloten landschapsbeelden, anderzijds gaande van top over helling tot de kleine beekvalleien zich uitstrekkend over een lappendeken van bossen, akkers, weilanden, kleine bosjes, kronkelende wegen, begroeide taluds en paden.